ggmüller: teksten

zurückvorwärts

nacht

nacht omhult je hoofd als wolken,
verstikt wat alsnog dag zijn kon
om dan somber weg te spoelen wat wellicht nog maakbaar ware.

nacht bezwaart je borst, sleept al
wat nog léven kon, met zich mee.

nacht raast door je hersenpan, je wacht vergeefs
op slaap die stilte brengen kan.

wolkennachten. druilerige dagen vol van nacht.

nergens een stem. stemmennacht in je hoofd, je droefheid. stemmennacht in je hart, vol hersenspinsels
geen hand, geen oogopslag, alleen nacht, alleen dood.

in de verte broeien gedempte stemmen, waaruit alleen boosheid klinkt, berekening, wraak, kwaadwilligheid, triomf.

verlangen naar de dood is het enige middel om dit alles te ontvluchten,
niet de wolken, niet de nacht;
niet de stem die spottend lacht, niet de grimas die
versteend tot was
triomfen betracht,
ook niet de hand die je gereikt wordt,
enkel de stilte
die straks, daarginds, op je
wacht.
alleen stilte, stilte, stilte. daarginds. alleen daarginds. alleen daarginds.

verlangen is het lied van de stilte. het voert je ver van alle kwellingen weg.

verlangen is het lied van de dood. het lied dat nachten opklaart, de klank die wolken lichter maakt,
de klank ook
die
je bezwaarde borst verlicht.

maar niet helemaal, niet definitief.

want dàt alleen vermag die ene, dàt alleen kan hij, de Dood