ggmüller: teksten

zurück

Imagine..... een tentoonstelling in de bibliotheek van De Haan aan zee

IMAGINE...STEL JE VOOR...

...een treffender titel kan men zich niet indenken voor een tentoonstelling in een bibliotheek, een plek vol letters, schrifttekens, tekens ... met daarachter verborgen de uitnodigende vraag: Stel je voor...

Stel je voor...

... je komt in een bibliotheek waar nog ándere tekens dan letters aanwezig zijn. Beeldende tekens. Symbolen. Stel je voor wat de bib-bezoeker dan inderdaad doet: hij maakt zich een voorstelling, denkt na, ver-beeldt zich wat die tekens oproepen.

Niets is zo abstract als schrift- of lettertekens. Pas wanneer je ze in een context plaatst, interpreteert, vormen ze een begrip. Het letterteken A op zich heeft geen enkele be-tekenis. Ook een B heeft geen betekenis. En daarbij komt nog dat iedere taal verschillend is. De letters S, L, I en M na elkaar, brengen ons niet noodzakelijk een stap dichter bij een begrip. Want in het Engels, bijvoorbeeld, betekent SLIM "slank", en in het Nederlands "knap, verstandig". Letters en woorden hebben een context nodig, er moet extra informatie worden toegevoegd. Bijvoorbeeld: een slimme vrouw doet ons niet meteen denken aan een slanke vrouw.

Toch blijven tekens zichtbaar en leesbaar. Maar soms heb je een omzetting of interpretatie nodig. En dát geldt zeker voor de taal van beelden, foto's, schilderijen. Daar is het niet altijd meteen duidelijk wat een teken be-tekent, zeggen wil. Als er in dat beroemde schilderij van Van Eyck - het Echtpaar Arnolfini - een hond in beeld is, weet wellicht alleen de kenner dat het om een symbool van echtelijke trouw gaat. En zo vinden we nog véél méér symbolen in dit schilderij.

Vooral voor "moderne" kunst [en u weet dat die ongeveer midden 19de eeuw begonnen is, en intussen ook al veel stromingen heeft gekend] geldt dat ze vaak niet zonder die omzetting of toelichting kan, die de moderne mens nodig heeft om die eigentijdse 'tekens' te begrijpen en juist te interpreteren. Nieuwe kunstcreaties, nieuwe dingen, nieuwe tekens van deze tijd zijn niet altijd even toegankelijk - dit wil zeggen: niet onmiddellijk duidelijk van betekenis - omdat er niet altijd woorden of begrippen voor bestaan.

Ook de beeldtaal heeft niet altijd gelijke tred gehouden met de veranderingen van onze tijd: de beeldtaal moest en moet nieuwe abstracties, nieuwe denkwijzen vinden om nauwkeuriger te kunnen uitdrukken wat er bedoeld was. Verder ook moesten en moeten we twee cruciale vragen stellen: Wat is dat? en Wat betekent dat, wat stelt het voor? Moesten en moeten we het grote verschil daartussen benoemen en benadrukken. (Een lijn in een schilderij is inderdaad een lijn, maar ze betekent, staat voor, verwijst naar een huismuur, of een horizon, of ...)

Wat mijn eigen werken betreft kan misschien het essay van Leo Philippé dat u achteraan vindt, een hulp zijn, een beter inzicht geven hoe ik plaats en ruimte interpreteer, en hoe die ruimte ook een concrete rol speelt als omgeving, als feitelijke omstandigheid waarin mijn werken opgesteld staan en waarmee ik dus rekening moet en wil en kan houden.

Tekens in een bibliotheek. Daar hadden we het dus over. Deze plek, gevuld met voedsel voor de geest, bestemd voor het bewaren van geestelijke waarden, streeft niet naar de roes van het vluchtige ogenblik maar bezint zich over het gelukzalige moment van geestelijk genot en vreugde: dat is de essentie van het Latijnse woord CULTUS, in eigentijdse taal CULTUUR. In de verzameling van een bibliotheek ligt de kunst van het bewaren, de waarde van het bewaarde. Een oord om je in terug te trekken, te verpozen, te ver-ademen, te bezinnen, te bekomen van de dolle dagelijkse ratrace van het leven.

Deze tentoonstelling is geen initiatief met commercieel oogmerk. Deze tentoonstelling wil de bibliotheekbezoeker aanzetten tot een rustige aanschouwing en beschouwing van tekens, tot geestelijk verpozen.

Deze tentoonstelling verbindt beeldende kunst met literatuur. Ze is ook anders dan men gewoon is, en bovendien ook nog van zeer verschillende mensen: Een vrouw, nog jong... een man, een tikje minder jong. Een Belgische ... een Duitser Beiden zijn kunstenaars, en spreken een verschillende taal ... letterlijk en figuurlijk

.

Al wat ik hier reeds heb aangehaald was voor mij een grote stimulans om de uitnodiging voor deze tentoonstelling te aanvaarden. Tentoonstellen in deze bibliotheek, te midden van alle hier verzamelde kennis, in dit culturele hart van deze stad ... dat is een bron van vreugde. En samen met deze jonge vrouwelijke collega ook een ... uitdaging. Daar de kracht van de jeugd, veeleisend, dwingend, niet-vrijblijvend, misschien zelfs aanklagend ... en hier een samenbrengen van werken met vele verwijzingen naar schrift en schrifttekens. Tekens die vast kunnen houden wat als gedachte zou vervluchtigen, verdwijnen. Zoals ook de materie van mijn beelden vervalt, "wegkwijnt" door weer en wind, door roest, door nalatenschappen van vogels, enzovoort.

Mijn werken zijn vaak "in de maak", in uitvoering, want niet echt afgesloten of voltooid zoals een ‚kunstwerk' meestal wel is of zou zijn: de roest leeft verder op mijn ‚vondelingen', materialen die ik ergens als verstotelingen heb gevonden, weggeworpen losse dingen zonder duidelijk herkenbare of kenbare waarde. En hoeveel waarde krijgen deze verweesde onderdelen wanneer ze, van hun vuil ontdaan, in een nieuwe ‚outfit' opgefrist worden en in de schijnwerpers treden?!

Alles is ijdelheid, schreef dichter en toneelschrijver Andreas Greif, alias Gryphius, rond 1637, waarmee hij doelde op de vergankelijkheid van al wat leeft. Maar niettemin ...toch blijft ons verleden, datgene wat schijnbaar definitief voorbij is, nog levend en levendig. Geen beter bewijs daarvoor dan de plek waar we nu zijn: een bibliotheek!

Sinds onheuglijke tijden trachten mensen vast te houden aan die dingen die ze waardevol vinden. Denk maar aan familiefotoalbums of standbeelden of straatnamen van bekende inwoners van eertijds grote steden.

Bij foto's in het familiealbum weerklinkt de vraag: "Weet je nog...?"

Bij ruďnes van oude steden komen mensen, vaak na een lange verre reis, de oude ‚tekens' bezoeken om ze beter te begrijpen of minstens eens gezien te hebben, om hun waarde te leren beoordelen en waarderen.

Egyptenaren, Grieken, Romeinen, Chinezen of de afstammelingen van de Inca's eerden en bezongen hun ruďnes als tekens, symbolen van hun groots verleden. Piramiden kunnen we bezichtigen, de Akropolis, het Colosseum, de Chinese Muur of de opgegraven stad Machu Picchu.

Architectuur die overleeft, de tijd trotseert.

Maar die ook ruimte nodig heeft. Mensen die deze ruimte besteden - of moeten we zeggen: vergooien - aan banale architectuur, hebben geen interesse voor het verleden van de toekomstige mens, hechten dus geen enkel belang aan de geschiedenis. Voor hen telt alleen de waarde van het heden (meestal uitgedrukt in klinkende munt!).

De poëzie van de geschiedenis is voor hen van generlei waarde.

Wanneer wij vandaag over Alexandrië spreken, denken wij meteen aan de vermaarde bibliotheek die compleet vernield is. Worden wij ons ineens bewust van de waarde die de daar verzamelde kennis voor de mensheid moet hebben gehad.

Het denken en voelen van grote culturen was erop gericht, waarden bewust te bewaren.

Voor de tempel van Hera in Olympia (Archaia Olympia ), bijvoorbeeld, bestond er een consensus die vele generaties overbruggen zou: door de eeuwen heen werden de oorspronkelijke houten zuilen geleidelijk door kalksteenzuilen vervangen. Elke tijdsperiode bracht iets nieuws maar wel in overeenstemming met en respect voor het verleden. De reden daarvoor was niet alleen een functionele noodzaak maar ook de verbondenheid met het verleden, in het licht van een veranderende esthetiek.

In dat perspectief is een bibliotheek dé plek bij uitstek om zich bezig te houden met de veelsoortigheid van tekens. Met als doel: het ontdekken van het schone dat verborgen zit (schoonheid verschuilt zich namelijk altijd), verborgen in tekens die anders al lang in de vergetelheid waren geraakt.

De tentoonstelling "Stel je voor" - vindt geen betere omgeving dan hier in deze verzameling van gedachtewerelden. Hier, waar mensen naartoe komen om hun geest te voeden, zich te verrijken met bewaarde waarden van nu en vroeger. Hier, waar in zelfgekozen verpozing kan worden nagedacht over wat anderen hebben voorgedacht en geformuleerd. Hier, waar geen prijs moet worden betaald voor een werk, dat (op uitleenbasis) kan worden meegenomen. De gedachten die u meeneemt, mag u behouden, bewaren. Die kosten maar één ding: denken.

Stel je voor ... mensen dénken.

Hier in de bibliotheek is dat niet moeilijk. Hier komt een mens naartoe om precies dát te doen. Zich te laten ontvoeren, meevoeren, invoeren in de wereld van tekens. Zichzelf rust en bezinning te veroorloven, en een stukje daarvan mee naar huis te nemen. Deel te nemen aan datgene wat ‚cultuur' uitmaakt, namelijk het bewaren van de waarden van de denkende mens.

Het is de verbeelding van de geest, de voorkeur voor de stilte, het toestaan - ja zelfs doorstaan - van rust, het nadenken, zich bezinnen, overdenken, voorstellen wat zou kunnen zijn.

Imagine, zoals de toen niet meer zo jonge John Lennon het zong, vredebewust, door vrede bewogen, in een door de Vietnamoorlog omgewoeld en verscheurd tijdsgewricht. Ook nů nog zou hij alle redenen hebben om te zingen.

Of zou de oudere John Lennon, door ervaring wijzer geworden, wétende dat de mensensoort toch niet uit zijn verleden leert, zou die oudere John Lennon al tevreden zijn geweest wanneer slechts een enkel individu zich de drama's van deze oorlog blijft herinneren? Wanneer er een cultuur van herinnering blijft bestaan, zoals vroeger de oude Grieken en Romeinen die hadden en zoals die vandaag nog bij de Aziaten wordt onderhouden? Wanneer de generaties er zich bewuster van worden dat een verleden en hun nazaten een onbekende, nog-niet-gekende toekomst hebben? Wanneer een generatie beseft en weet wát precies een stempel op haar heeft gedrukt? Wanneer, zoals de Grieken het met de Hera-tempel in Olympia deden, de jonge generatie de oude estafettestokjes aanneemt en doorgeeft maar niet verwoest wat moet blijven bestaan?

In een bibliotheek moet het mogelijk zijn ook een herinnering op te roepen aan de kennis en inzichten uit het verleden - die ook vandaag en morgen nog hun bestaanrecht en hun waarde behouden

Scipio, de Romeinse veldheer die Carthago met de grond gelijk maakte, schrok bij de aanblik van de door hem verwoeste stad en citeerde uit een Grieks wereldepos - de Ilias van Homeros:

"Eens komt de dag dat het heilige Ilion (de stad Troje) te gronde gaat, en zo ook Priamos en het [krijgs]volk van deze lansvaardige koning."

Hetgeen betekent: Als de mens geen oog heeft voor zijn eigen tijd - die bestaat uit een verleden, heden en denkbare toekomst - dan zal hij ten onder gaan, hoe vaardig ook zijn koning de lans moge hanteren.

Scipio wist goed dat hij daar niet naar gehandeld had. Carthago werd nooit heropgebouwd. Wat vroeger gebeurd is, gedaan is, gemaakt is … kunnen wij vandaag nog aanschouwen en beschouwen. Met de ogen van een toerist … of met respect voor het relict of restant van vroegere culturen … of met het besef van de dwaasheid en kortzichtigheid van -
de mens...zodat ten slotte blijft: Schoonheid ligt verborgen.

ggm, De Haan aan zee, mart 2015